De laatste reis van kapitein De Groot
Begin december 1899 lag de "Zeenymph" in de haven van Rotterdam klaar voor een reis in ballast naar Trinidad, om daar een lading asphalt voor Rotterdam te laden.
Dit zou de laatste reis van kapitein De Groot worden, en zijn zoon P. de Groot zou op deze reis overlijden.
Het havenjournaal begint op 9 december als volgt: "nadat de stuurlieden en eenige van de manschappen aan boord waren gekomen, begonnen wij den 2 december ballast in te nemen."
Rotterdam - Trinidad vv. Geel: heenreis (39 dagen); groen: terugreis (43 dagen). Stippen geven de dagelijkse positie aan.
Hieronder een samenvatting van het scheepsjournaal (dat onderverdeeld is in havenjournaals en zeejournaals); letterlijke citaten cursief.
Havenjournaal Rotterdam
- 9 december 1899 — Monsterden dien dag de equipagie bestaande uit als volgt: stuurman, 2e stuurman, kok, 3 matrozen, 1 lichtmatroos en 2 jongens; één van hen is P. de Groot, zoon van de kapitein.
Proviand en water aan boord genomen.
- 10 december — Vierden wij de dag des Heeren.
- 11 t/m 14 december — Voorbereidingen: zeilen aanslaan, proviand aan boord brengen.
- 15 december — Verhaalden dien dag het schip door het ijs tot nader bij de sluis. Pomp lens.
- 16 t/m 18 december — Dik van mist, konden daar door niet vertrekken.
- 19 december — Des morgens vlouwe koelte met mistige bovenlucht. Besloten te vertrekken. Kregen om 9 uur een loods met 2 sleepbooten die om 10 uur ons uit Delfshaven sleepte en vervolgens met een sleepboot naar zee. Hadden veel ijs op de Maas. Waren om 12 uur des middags goed en wel in zee waar loods en sleepboot ons gingen verlaten. Zetten alle dienstdoende zeilen bij en zetten koers op Maas vuurschip. [...] Het schip is van al het nodige goed voorzien hegt sterk en digt zoo dat wij met Gods hulp onze reis kunnen volbrengen. Zie verder Zeejournaal.
Zeejournaal Rotterdam - Trinidad
Bemanning van de Zeenymph, kapitein De Groot zittend.
- 20 t/m 27 december — Wind uit westelijke richtingen, matig tot krachtig; veel buien, vaak slecht zicht. Vorderden 15 a 20 mijl per dag.
- 28 december — Stormsweer, aannemende zee, dik betrokken lucht met zware buijen, maakten klein zeil. Zwaar werkend schip
- 29 december — Zware storm, buijen en hooge zeeën. Kregen om 9 uur een zware breeker over waardoor het compashuis weg sloeg en stuurcompas over boord sloeg alsmede kajuitskap sloeg mede over boord. Maakten laastgenoemde zoveel mogelijk weer met persennings digt. Pompten gedurig maar bevonden weinig water bij de pomp doordat het schip zeer zwaar over helde en de ballast overgegaan was.
- 30 december — Langzaam afnemende van wind en zee. Zetten de pomp gedurig aan maar bevonden weinig water bij dezelve , pompten ook nog een weinig zand [nl. ballast]. Zetten weer een weinig zeil. Naar onderzoek bevonden wij dat door het zwaar werken van het schip de watertingen in bewegen geraakt en lek gewerkt waren en ongeveer half leeg waren geloopen. Stutten de beide ketels weer zoo goed mogelijk af en kregen dezelve weer goed vast en werkten de ballast weer recht in 't schip.
- 31 december 1899 - 4 januari 1900 — Langzaam afnemende storm, maakten later weer goede vordering (1/1/1900: 7 mijl; 4/1/1900: 33 mijl).
- 5 januari — Mooi weder, afnemende zee
- 6 januari — Lichte koelte, kalme zee. Voerden alle dienstdoende zeilen bij. P. de Groot aldoor meest zeeziek, meest in zijn bet.
- 7 t/m 10 januari — P. de Groot blijft zeeziek; goed weer, voortgang plm. 35 mijl per dag.
- 11 januari — P. de Groot den geheele nacht zeer zwaar hooftpijn en erg opgezwollen achter zijn linker oor.
- 12 januari — P. de Groot hard ziek, klagende over zware hooftpijn en bevonden koors. Raadpleegden het dokterboek en gaven hem de geschikte medezijnen.
- 13 t/m 18 januari — P. de Groot wordt steeds zieker en zwakker; eet niet meer, ademt moeilijk, verliest (18 januari) het bewustzijn.
- 19 januari — P. de Groot zagen wij almeer en meer zijn einde naderen. Zware ademhaling, de borst erg op en neergaande tot hij in den namiddag 4u 10' scheepstijd de laatste adem uitblies. Betreurden deze toestand zeer, vooral door zijn vader. Gingen hem nog dienzelfde avond uit bet aan dek leggen in een zeil bewikkeld.
- 20 januari — Des avonds om 6 uur zetten wij op gebruikelijke manier en plechtigheid P. de Groot over boord. Alzoo is Jan Pieter de Groot overleden [...] in den ouderdom van ruim 16 jaren.
- 21 t/m 25 januari — Voorspoedige reis, goed Passaatweder, tegen de 40 mijl per dag.
- 26 januari — Waren in 't zicht van Tabaco [Tobago], vervolgeden onze koers op Trinidad
- 27 januari — Kruisden over en weer in de Golf van Paria. Hadden het des morgens zeer stiltjes. Tegen middag kregen wij een mooi koelte van OZO. Zetten daarmede onze koers op Port of Spain. Kwamen tegen 6 uur avonds ten anker in 5 vaden water. Maakten de zeils vast en stooken genoegzaam ketting. Verzagen ons van een goede brandende ankerlantaar en liepen wacht door een man.
Port of Spain, 39 dagen reis.
Zie verder Havenjournaal.
Havenjournaal Golf van Paria, Trinidad
Leden van de bemanning van de Zeenymph bij de pekmeren op Trinidad.
- 28 januari 1900 — Kregen de havenmeester aan boord; vierden verder de dag des Heeren.
- 29 januari — Gingen des morgens anker op en zeilden een weinig nader aan de wal. Zetten vervolgens de booten uit, deklaareerden dien dag in, en maakten vervolgens schoon schip.
- 30 januari — Zetten dien dag het schip van buiten in de verf en verzagen hier en daar het koper buiten boord doordat er in zee paar bladen waren afgeslagen.
- 31 januari — Zeilden naar Labrea, onze laadplaats.
- 1 en 2 februari — Losten de ballast.
- 3 t/m 22 februari — namen de lading vanaf lichters aan boord, in totaal 3336 vaten asphalt; op zondag vierden wij de dag des Heeren; moesten af en toe een dag op lading wachten, verrichtten verder het nodige scheepswerk.
- 23 februari — Zeilden terug naar Port of Spain, gingen daar voor anker.
- 24 en 25 februari — Kregen dien dag frisch water a/b voor de reis en eenige benodigde proviand. Vierden wij de dag des Heeren.
- 26 februari — Klareerden dien dag uit, maakten de luiken met dubbelde persennings dicht en maakten alles zeevast en voor vertrek gereed.
- 27 februari — Lichten des morgens om 9 uur het anker, zetten alle dienstdoende zeilen bij en vertrokken van Port of Spain. Zetten koers op de Groote boeco [Grand Boca]; het schip is verders van al het nodige goed voorzien, schip en tuig alles in de beste orde zoo dat wij met Gods hulp onze reis kunnen volgrengen. Diepgaande van het schip is achter 17 en voor 16 voet. Zie verder zeejournaal.
Zeejournaal Trinidad - Rotterdam
- 28 februari 1900 — Peilden om 4 uur Schacaschacare [Chacachacare] Eiland. Passeerden tussen 1 en 2 uur Grand boco [Grand Boca].
- 1 maart — Stijve koelte, zeer moeielijke zee waardoor het schip zwaar stampte en kregen zeer veel water op en over dek.
- 2 t/m 6 maart — Omstandigheden min of meer als voren. Passeerden op 4 maart achtereenvolgens Nevis Eiland, St. Statius, St. Martin en Labrea Eiland.
- 7 maart — Stijve passaatkoelte, aldoor nog noordelijke zeegang waardoor het schip zwaar stampte. Het voetlijk van gr. marszeil brak. Sloegen daarvoor een ander marszeil aan. Wij passeerden een Italiaanse bark die om de NW koersde, gaven hem onze lengte op.
- 8 t/m 17 maart — Veel harde wind, met hoge door elkaar lopende zeeën, zwaar stampend en werkend schip, kregen voortdurend water op en over dek. Veertien maart zelfs stormsweer met zware regenbuijen. Verbolgene hooge zeeën waardoor het schip zoms geheel en al bedolven onder water leide
- 18 t/m 20 maart — Goed weer, kalme zee.
- 21 maart t/m 1 april — Afwisselend harde en lichte winden, soms vrijwel windstil, maar steeds hoge en door elkaar lopende golven waardoor het schip stampte en slingerde.
- 2 april — Praaiden het gisteren vermelde volschip, Engelsch, op reis van Nelson naar Dundalk, 100 dagen reis, gaven onze wederzijze lengt elkaar op.
- 3 en 4 april — Betrokken lucht,ongestaadig van wind, matige zeegang.
- 5 april — Lichte stormsweer, zware buijen van wind en regen, zeer hooge en moeielijke zeeën.
- 6 en 7 april — Geleidelijk rustiger weer.
- 8 april — Peilden om 12 uur de vuren van Lezard.
- 9 april — Peilden om 8 uur Start Point, naar schatting 3 1/2 mijl afstand. Mooi weder.
- 10 april — Peilden om 12 uur St Albans Head vuur, om 4 uur Catharina Punt vuur
- 11 april — Passerden om 3 uur Beachy Head, peilden om 8 uur Dungeness; kregen om 9.30 een loods aan boord. Peilden om 12 uur Z Voorland Noord. Peilden om 8 uur N Hinder vuurschip Zuid. Passerden om 11 uur het vuurschip van Schouwenbank.
- 12 april — Passeerden om 2 uur Maas vuurschip en waren om 3 uur in de Waterweg. Kregen de hamtenaar aan boord en zeilden vervolgens op naar Rotterdam. Namen een sleepboot voor assistentie en verwisselende te Maassluis van loods, en kwamen om 5.30 voor Delfshaven en kregen een havenloods en meerden het schip vast aan de boeijen. Maakten het schip voor en achter goed vast en lieten des nags wacht doen door een man. Gedaan te Rotterdam den 11 april 1900. Zie verder havenjournaal.
Het havenjournaal dat hier zou moeten volgen, ontbreekt in het scheepsjournaal. Misschien ontbreken er bladzijden, misschien is het nooit meer geschreven.
Na deze reis is kapitein De Groot aan wal gebleven, en heeft rederij Van de Wetering het schip verkocht.